epilepsiepatiëntjes

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  epilepsiepatiëntjes    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• epi·lep·sie·pa·ti·ent·jes

Zelfstandig naamwoord

de epilepsiepatiëntjes mv

1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord epilepsiepatiënt