entameerde
- Geluid: entameerde (hulp, bestand)
- en·ta·meer·de
vervoeging van |
---|
entameren |
entameerde
- enkelvoud verleden tijd van entameren
- Ik entameerde.
- Jij entameerde.
- Hij, zij, het entameerde.
- Ik entameerde.
- Het woord entameerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.