Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·sor·de·cer
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
ensordecer
ensordecía
ensordecido
volledig

Werkwoord

ensordecer

  1. onovergankelijk doof worden
  2. overgankelijk doof maken
  3. dempen, afzwakken (van geluid)

Verwijzingen