• eng·li·sche

englische

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van englisch

englische

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van englisch

englische

  1. onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud van englisch
  • englische Hooligans
Engelse hooligans

englische

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud van englisch

englische

  1. bepaald nominatief mannelijk enkelvoud van englisch

englische

  1. bepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van englisch
  • die englische Biersorte
de Engelse biersoort

englische

  1. bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van englisch

englische

  1. bepaald nominatief onzijdig enkelvoud van englisch
  • das englische Wetter
het Engelse weer

englische

  1. bepaald accusatief onzijdig enkelvoud van englisch

englische

  1. onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van englisch
  • eine englische Stadt
een Engelse stad

englische

  1. onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van englisch