encrypteer
- Geluid: encrypteer (hulp, bestand)
- en·cryp·teer
vervoeging van |
---|
encrypteren |
encrypteer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van encrypteren
- Ik encrypteer.
- gebiedende wijs van encrypteren
- Encrypteer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van encrypteren
- Encrypteer je?
- Het woord encrypteer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.