• IPA: /ən'sendɾə/, /en'sendɾe/
stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
encenc encenia encès
2e vervoeging volledig onregelmatig

encendre

  1. overgankelijk aansteken, in brand steken
  2. overgankelijk aanzetten, inschakelen