Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·ca·dreer·den

Werkwoord

vervoeging van
encadreren

encadreerden

  1. meervoud verleden tijd van encadreren
    • Wij encadreerden. 
    • Jullie encadreerden. 
    • Zij encadreerden. 

Gangbaarheid