empowert
- em·po·wert
vervoeging van |
---|
empoweren |
empowert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van empoweren
- Jij empowert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van empoweren
- Hij empowert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van empoweren
- Empowert!
- Het woord empowert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.