emballeert
- Geluid: emballeert (hulp, bestand)
- em·bal·leert
vervoeging van |
---|
emballeren |
emballeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emballeren
- Jij emballeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van emballeren
- Hij emballeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van emballeren
- Emballeert!
- Het woord emballeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.