eleveerden
- Geluid: eleveerden (hulp, bestand)
- ele·veer·den
vervoeging van |
---|
eleveren |
eleveerden
- meervoud verleden tijd van eleveren
- Wij eleveerden.
- Jullie eleveerden.
- Zij eleveerden.
- Wij eleveerden.
- Het woord eleveerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.