Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·gent

Werkwoord

vervoeging van
eigenen

eigent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eigenen
    • Jij eigent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van eigenen
    • Hij eigent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van eigenen
    • Eigent!