eigenden
- ei·gen·den
vervoeging van |
---|
eigenen |
eigenden
- meervoud verleden tijd van eigenen
- Wij eigenden.
- Jullie eigenden.
- Zij eigenden.
- Wij eigenden.
- Het woord eigenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
eigenen |
eigenden