dumpa
- dum·pa
Naar frequentie | 30334 |
---|
dumpa
dumpa, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van dump
dumpa, mv
- bepaalde vorm nominatief meervoud van dump (enkelvoud onzijdig)
- dum·pa
dumpa
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast dumpe, zie aldaar
dumpa
dumpa
- gebiedende wijs van dumpa
dumpa
dumpa
- gebiedende wijs van dumpe