duelleert
- du·el·leert
vervoeging van |
---|
duelleren |
duelleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duelleren
- Jij duelleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van duelleren
- Hij duelleert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van duelleren
- Duelleert!
- Het woord duelleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.