dubt
- dubt
vervoeging van |
---|
dubben |
dubt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubben
- Jij dubt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dubben
- Hij dubt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dubben
- Dubt!
- Het woord dubt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.