• droog·kookt
vervoeging van
droogkoken

droogkookt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogkoken
    • ... dat jij droogkookt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogkoken
    • ... dat hij droogkookt.