Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • droog·dept

Werkwoord

vervoeging van
droogdeppen

droogdept

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogdeppen
    • ... dat jij droogdept. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogdeppen
    • ... dat hij droogdept. 

Gangbaarheid