drong
- drong
vervoeging van |
---|
dringen |
drong
- enkelvoud verleden tijd van dringen
- Ik drong.
- Jij drong.
- Hij, zij, het drong.
- Ik drong.
- Het woord drong staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "drong" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
74 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be