driehonderddrieënzeventigs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·drieën·ze·ven·tigs

Zelfstandig naamwoord

de driehonderddrieënzeventigsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord driehonderddrieënzeventig

Gangbaarheid