driehonderdachtenvijftigje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drie·hon·derd·acht·en·vijf·tig·je

Zelfstandig naamwoord

het driehonderdachtenvijftigjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord driehonderdachtenvijftig

Gangbaarheid