drapeert
- dra·peert
vervoeging van |
---|
draperen |
drapeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van draperen
- Jij drapeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van draperen
- Hij drapeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van draperen
- Drapeert!
- Het woord drapeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.