dramatiseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dra·ma·ti·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dramatiseren |
dramatiseerden
- meervoud verleden tijd van dramatiseren
- Wij dramatiseerden.
- Jullie dramatiseerden.
- Zij dramatiseerden.
- Wij dramatiseerden.