doorwinter
- Geluid: doorwinter (hulp, bestand)
- door·win·ter
vervoeging van |
---|
doorwinteren |
doorwinter
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren
- ... dat ik doorwinter.
vervoeging van |
---|
doorwinteren |
doorwinter
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren
- Ik doorwinter.
- gebiedende wijs van doorwinteren
- Doorwinter!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorwinteren
- Doorwinter je?
- Het woord doorwinter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.