doorvecht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·vecht
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorvechten |
doorvecht
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvechten
- ... dat ik doorvecht.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvechten
- ... dat jij doorvecht.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorvechten
- ... dat hij doorvecht.
Gangbaarheid
- Het woord doorvecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.