doortrapte
- Geluid: doortrapte (hulp, bestand)
- door·trap·te
vervoeging van |
---|
doortrappen |
doortrapte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doortrappen
- ... dat ik doortrapte.
- ... dat jij doortrapte.
- ... dat hij, zij, het doortrapte.
- ... dat ik doortrapte.
doortrapte
- verbogen vorm van de stellende trap van doortrapt
- De doortrapte leugenaar wist iedereen te misleiden.
- ▸ Of waren ze ergens in het Oosten opgeleid? Anderzijds sprak er een koelbloedigheid uit hun gedrag die zelfs die van de meest ervaren en doortrapte misdadigers verre oversteeg.[1]
- Het woord doortrapte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149