doorspoelden
- door·spoel·den
vervoeging van |
---|
doorspoelen |
doorspoelden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorspoelen
- ...dat wij doorspoelden.
- ...dat jullie doorspoelden.
- ...dat zij doorspoelden.
- ...dat wij doorspoelden.
vervoeging van |
---|
doorspoelen |
doorspoelden
- meervoud verleden tijd van doorspoelen
- Wij doorspoelden.
- Jullie doorspoelden.
- Zij doorspoelden.
- Wij doorspoelden.
- Het woord doorspoelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.