• door·spoel
vervoeging van
doorspoelen

doorspoel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspoelen
    • Ik doorspoel. 
  2. gebiedende wijs van doorspoelen
    • Doorspoel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspoelen
    • Doorspoel je? 
vervoeging van
doorspoelen

doorspoel

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorspoelen
    • ... dat ik doorspoel.