doormodderden
- door·mod·der·den
vervoeging van |
---|
doormodderen |
doormodderden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doormodderen
- ...dat wij doormodderden.
- ...dat jullie doormodderden.
- ...dat zij doormodderden.
- ...dat wij doormodderden.
vervoeging van |
---|
doormodderen |
doormodderden