doorlichtte
- Geluid: doorlichtte (hulp, bestand)
- door·licht·te
vervoeging van |
---|
doorlichten |
doorlichtte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorlichten
- ... dat ik doorlichtte.
- ... dat jij doorlichtte.
- ... dat hij, zij, het doorlichtte.
- ... dat ik doorlichtte.
- Het woord doorlichtte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.