Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·le·ver·den

Werkwoord

vervoeging van
doorleveren

doorleverden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorleveren
    • ...dat wij doorleverden. 
    • ...dat jullie doorleverden. 
    • ...dat zij doorleverden. 

Gangbaarheid