• doodt
vervoeging van
doden

doodt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doden
    • Jij doodt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doden
    • Hij doodt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doden
    • Doodt!