doodschrok
- Geluid: doodschrok (hulp, bestand)
- dood·schrok
vervoeging van |
---|
doodschrikken |
doodschrok
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doodschrikken
- ... dat ik doodschrok.
- ... dat jij doodschrok.
- ... dat hij, zij, het doodschrok.
- ... dat ik doodschrok.
- Het woord doodschrok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.