doodbloedde
- Geluid: doodbloedde (hulp, bestand)
- dood·bloed·de
vervoeging van |
---|
doodbloeden |
doodbloedde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doodbloeden
- ... dat ik doodbloedde.
- ... dat jij doodbloedde.
- ... dat hij, zij, het doodbloedde.
- ... dat ik doodbloedde.
- Het woord doodbloedde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.