doken
- do·ken
vervoeging van |
---|
duiken |
doken
- meervoud verleden tijd van duiken
- Wij doken.
- Jullie doken.
- Zij doken.
- Wij doken.
- Het woord doken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doken" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be