• dis·se·mi·neer
vervoeging van
dissemineren

dissemineer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissemineren
    • Ik dissemineer. 
  2. gebiedende wijs van dissemineren
    • Dissemineer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dissemineren
    • Dissemineer je?