Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·fe·ren·ciar
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
diferenciar
diferenciaba
diferenciado
volledig

Werkwoord

diferenciar

  1. onovergankelijk van mening verschillen, het oneens zijn
  2. overgankelijk onderscheiden, onderscheid maken tussen
Synoniemen

Verwijzingen