• diep·vriest
vervoeging van
diepvriezen

diepvriest

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diepvriezen
    • ... dat jij diepvriest. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van diepvriezen
    • ... dat hij diepvriest.