diepst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- diepst
Bijvoeglijk naamwoord
diepst
- onverbogen vorm van de overtreffende trap van diep
- ▸ De warme gloed die zojuist in het diepst van haar ziel was ontsprongen, versprokkelde tot minuscule deeltjes die moeiteloos door de aanstormende leegte werden opgeslokt.[1]