dichtlak
- dicht·lak
vervoeging van |
---|
dichtlakken |
dichtlak
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtlakken
- ... dat ik dichtlak.
- Het woord 'dichtlak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
vervoeging van |
---|
dichtlakken |
dichtlak