dialogiseer
- Geluid: dialogiseer (hulp, bestand)
- di·a·lo·gi·seer
vervoeging van |
---|
dialogiseren |
dialogiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dialogiseren
- Ik dialogiseer.
- gebiedende wijs van dialogiseren
- Dialogiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dialogiseren
- Dialogiseer je?
- Het woord dialogiseer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.