Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·te·rio·reer

Werkwoord

vervoeging van
deterioreren

deterioreer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deterioreren
    • Ik deterioreer. 
  2. gebiedende wijs van deterioreren
    • Deterioreer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van deterioreren
    • Deterioreer je? 

Gangbaarheid