detecteerden
- de·tec·teer·den
vervoeging van |
---|
detecteren |
detecteerden
- meervoud verleden tijd van detecteren
- Wij detecteerden.
- Jullie detecteerden.
- Zij detecteerden.
- Wij detecteerden.
- Het woord detecteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.