detailleer
- Geluid: detailleer (hulp, bestand)
- de·tail·leer
vervoeging van |
---|
detailleren |
detailleer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van detailleren
- Ik detailleer.
- gebiedende wijs van detailleren
- Detailleer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van detailleren
- Detailleer je?
- Het woord detailleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.