• de·tail·leer
vervoeging van
detailleren

detailleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van detailleren
    • Ik detailleer. 
  2. gebiedende wijs van detailleren
    • Detailleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van detailleren
    • Detailleer je?