desoriënteerde
- des·ori·en·teer·de
vervoeging van |
---|
desoriënteren |
desoriënteerde
- enkelvoud verleden tijd van desoriënteren
- Ik desoriënteerde.
- Jij desoriënteerde.
- Hij, zij, het desoriënteerde.
- Ik desoriënteerde.
- Het woord desoriënteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.