desolidariseerden
- de·so·li·da·ri·seer·den
vervoeging van |
---|
desolidariseren |
desolidariseerden
- meervoud verleden tijd van desolidariseren
- Wij desolidariseerden.
- Jullie desolidariseerden.
- Zij desolidariseerden.
- Wij desolidariseerden.
vervoeging van |
---|
desolidariseren |
desolidariseerden