Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • des·a·tra·er
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
desatraer
desatraía
desatraído
volledig

Werkwoord

desatraer

  1. overgankelijk iets scheiden, iets afzonderen
  2. iets verwijderen
Synoniemen

Verwijzingen