Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·sab·rir
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
desabrir
desabría
desabrido
volledig

Werkwoord

desabrir

  1. overgankelijk een slechte smaak aan het eten geven
  2. iemand ergeren, iemand lastig vallen

Verwijzingen