Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·sa·bo·to·nar·se
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
desabotonarse
desabotonaba
desabotonado
volledig

Werkwoord

desabotonarse

  1. wederkerend (vanzelf) losraken, losknopen
  2. (iets) losknopen

Verwijzingen