derailleerden
- de·rail·leer·den
vervoeging van |
---|
derailleren |
derailleerden
- meervoud verleden tijd van derailleren
- Wij derailleerden.
- Jullie derailleerden.
- Zij derailleerden.
- Wij derailleerden.
- Het woord derailleerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.