deporteerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: deporteerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·por·teer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
deporteren |
deporteerde
- enkelvoud verleden tijd van deporteren
- Ik deporteerde.
- Jij deporteerde.
- Hij, zij, het deporteerde.
- Ik deporteerde.